Welke hypotheekvorm kies je? Een annuïteitenhypotheek of een lineaire hypotheek?
Het lijkt ingewikkeld al die verschillende hypotheekvormen, maar tegenwoordig heb je eigenlijk nog maar de keuze uit twee soorten hypotheek: de lineaire en de annuïteitenhypotheek. Wat houden die in?
door Corrie Verkerk voor Funda.nl
Annuïteitenhypotheek
In het kort is een annuïteitenhypotheek een hypothecaire lening waarbij de maandlasten gedurende de looptijd van de lening gelijk blijven. Het bedrag dat je elke maand betaalt bestaat uit aflossing plus rente. Aan het einde van de looptijd is de gehele lening terugbetaald.
Stel: je bent een (jonge) starter. Je verdient geen bakken met geld, maar je financiële vooruitzichten zien er niet slecht uit. Voor jou ligt dan de annuïteitenhypotheek het meest voor de hand. Bij zo’n hypotheek blijven je bruto maandlasten, in de dertig jaar dat je afbetaalt, gelijk. Overzichtelijk en stabiel. Op de langere termijn ben je echter wel wat duurder uit. Hoe dat komt? De eerste jaren betaal je namelijk veel rente – waarover je natuurlijk ook meer belastingaftrek krijgt – en weinig aflossing. Aan het einde van de rit is dat andersom: veel aflossing en weinig aftrekbare rente. Het achterliggende idee is dat je dan voldoende verdient om die lasten te kunnen dragen.
Lineaire hypotheek
Bij een lineaire hypotheek los je je hypotheek gelijkmatig af. Het bedrag dat je aflost is de hoogte van de hoofdsom en de looptijd van de hypotheek. Je betaalt elke maand eenzelfde deel aan aflossing plus je fiscaal aftrekbare hypotheekrente. Omdat je schuld maandelijks vermindert, neemt ook de hypotheekrente langzaam af en dalen je lasten, zowel bruto als netto.
Op internet vind je verschillende berekeningen. Op wegwijs.nl vraagt Olaf Geysendorpher zich af hoe het toch komt dat de meeste Nederlanders (zo’n 75%) nog altijd kiezen voor een annuïteitenhypotheek. Zijn rekensom: een jong stel koopt een huis met een hypotheek van 230.000 euro. Kiezen ze voor de annuïteitsvorm dan hebben ze, over 30 jaar, 312.112 euro betaald. Nemen ze de lineaire hypotheek, dan is het eindbedrag: 303.662 euro. Een voordeel dus van 8.450 euro.
Beide hypothekenvormen hebben hun voor- en nadelen. Bedenk dus goed wat voor jou de beste keuze is, afhankelijk van je inkomsten en je vooruitzichten. Een beetje handig rekenen maakt de keuze al een stuk minder ingewikkeld.
Opeethypotheek
Er bestaan nog andere, specifieke, hypotheekvormen. Denk bijvoorbeeld aan de zogeheten ‘opeethypotheek’. Ben je al een stukje ouder en heb je inmiddels een lage hypotheek of is je huis al afbetaald? Dan zou je kunnen overwegen je huis als onderpand te gebruiken voor een lening bij de bank. Tot eind van de vorige eeuw was dat ‘opeten’ vooral in trek bij (oudere) huizenbezitters. In de gouden jaren zagen ze hun woning in waarde stijgen en ontstond er overwaarde. Geld dat ze in stenen bezaten, maar liever wilden omzetten in een tastbaar bedrag waarvan ze rianter konden leven of bijvoorbeeld hun pensioen konden aanvullen. Dat kan nog steeds, maar banken zijn er – met de kredietcrisis nog vers in het geheugen – niet zo happig op.
Toch blijft er vraag naar die opeethypotheek. Uit onderzoek van de ouderenbond ANBO blijkt dat drie op de tien oudere huizenbezitters hun huis met overwaarde willen verzilveren. Bovendien neemt het aantal zzp’ers toe, en die bouwen vaak geen of weinig pensioen op. Door deze ontwikkelingen zit er nog steeds toekomst in een opeethypotheek.
tekst: Corry Verkerk
bron: Funda.nl